Krijgt je partner voldoende pensioen als je onverhoopt overlijdt? Wil je je partner goed verzorgd achterlaten als je iets overkomt? De meeste mensen willen dat wel, maar hebben geen idee of ze dat goed geregeld hebben. Waar moet je op letten?
Iedereen weet dat er AOW bestaat. Dat is het ouderdomspensioen dat je krijgt van vadertje staat als je de 65 of 66 gepasseerd bent. Maar is de ANW ook zo bekend? Nee, dat is-ie niet. Een weduwe of weduwnaar kan een uitkering van de overheid krijgen als hij of zij zelf niet voldoende inkomen heeft en de zorg heeft voor minderjarige kinderen. Als je dan minder verdient dan € 2.500 per maand, kun je in aanmerking komen voor zo’n uitkering. Is dat minder dan € 800,-, dan kun je zelfs de volledige uitkering krijgen van zo’n € 1.200,-. In veel gevallen zal de uitkering maar heel klein zijn of zelfs niets.
Het aantal weduwen en weduwnaars dat zo’n uitkering kreeg is de afgelopen vijf jaar gehalveerd. Dat zegt al wat. Stel dat je nou geen recht hebt op ANW, is er dan nog een mogelijkheid op wat anders? Misschien wel. Wie werkt, zal doorgaans in een pensioenregeling bij de werkgever zitten. Zo’n pensioenregeling bouwt pensioen op voor later, dus ouderdomspensioen. In de meeste gevallen zal daar ook een partnerpensioen, voor de verzorging van de nabestaanden, aan gekoppeld zijn. Soms keert deze uit tezamen met de ANW-uitkering, soms in de plaats van, om het tekort op die manier op te vangen. Het is belangrijk om bij partnerpensioen even op een aantal belangrijke punten te letten.
Woon je samen? Bekijk dan eerst of je dit samenwonen wel zo hebt geregeld dat het pensioenfonds in kwestie je partner erkent als pensioengerechtigde partner. Een telefoontje naar het pensioenfonds geeft je dat antwoord. Nog een belangrijk detail: als er inderdaad een partnerpensioen is geregeld, is dit dan op risicobasis of niet? Dat is een lastige. Op risicobasis wil zeggen dat er alleen partnerpensioen wordt uitgekeerd zolang je nog werkt. Je bouwt geen partnerpensioen op. Dus bij echtscheiding bijvoorbeeld kun je zoiets ook niet meenemen. De andere variant van partnerpensioen, de ‘opbouwvariant’, keert wel uit na pensionering. Een belangrijk verschil. Ook dat kom je te weten door contact op te nemen met je pensioenfonds.
Nog een belangrijk punt: verdien je meer dan een ton, dan mag je over het meerdere geen ouderdomspensioen meer opbouwen waaraan de fiscus meebetaalt. En omdat de hoogte van het partnerpensioen meestal 70% is van het ouderdomspensioen bij opbouw, wordt dit dus ook geraakt. Of, wat te denken als er een groot leeftijdsverschil tussen beide partners is? Als je je partner goed verzorgd wil achterlaten als jou iets overkomt, zijn er mogelijkheden. Die niet ingewikkeld hoeven te zijn, maar die je wel tijdig moet regelen. Dat kan met lijfrentes en dat kan met eenvoudige overlijdensrisicoverzekeringen. De gecertificeerd financieel planner kent de weg en kan je daarin begeleiden.
Doordenken op dinsdag, met FFP.