Blog

Bescherm uw spaargeld tegen belasting en inflatie en ga beleggen

Datum: 12-06-2018 In: Vermogensopbouw

Als u de waarde van uw vermogen op peil wilt houden, is beleggen een goed alternatief voor sparen. Maar beleggen is niet zonder risico. Beleg daarom alleen met geld dat u op korte termijn niet nodig heeft en beperk de risico’s.

Omdat hij al jaren meer aan belasting betaalt dan hij aan spaarrente krijgt, vroeg een klant onlangs mijn advies.
Onlangs had ik, gecertificeerd financieel planner FFP, een afspraak met een nieuwe klant. We zaten aan tafel in zijn modern, strak ingerichte woning. Hij heeft een goede baan en zo’n twee ton aan spaargeld. Hij denkt er al jaren aan om meer rendement te maken, maar het komt er niet van. Nu de spaarrente van zijn bank is gedaald tot 0,05 procent is voor hem de maat vol. ‘Het is een luxeprobleem’, zegt hij verontschuldigend. ‘Maar een luxeprobleem is ook een probleem’, antwoordde ik.

Het aflossen van de hypotheek vindt hij niet nodig, omdat hij een flinke overwaarde heeft en een hele lage rente betaalt. Aanvullend pensioen evenmin, want hij heeft een prima bedrijfspensioen en er is daarom geen jaarruimte om aanvullend iets te kunnen doen.

Beleggen
Alternatief is beleggen. Eigenlijk wil hij dit al langere tijd, maar hij heeft een buitenstaander nodig om het laatste zetje te geven. Bovendien kan hij de risico’s van beleggen niet goed overzien.
‘Loop ik geen risico dat het geld straks weg is’, is zijn terechte vraag. Beleggen is nooit risicoloos, maar wie breed gespreid belegt in een wereldwijd fonds of ETF (dat is een indextracker, daarmee beleg je als het ware in de hele beurs), is de kans dat het geld op een gegeven moment op is, vrijwel nihil.

Ik adviseer hem wel met klem om alleen te beleggen met geld dat hij de komende jaren niet nodig heeft. Momenteel houdt hij elke maand geld over. Hij gaat de komende vijftien jaar nog niet met pensioen, dus hij heeft het ook niet nodig om de komende jaren een eventuele inkomensdaling op te vangen.
Maar er is wel iets anders aan de hand. Deze manager van een succesvol internetbedrijf speelt met de gedachte om de komende jaren een groter huis te kopen. Die aankoop wil hij voor een deel met eigen geld financieren, om niet al te veel schuld aan te gaan. Dat geld moet hij dus niet gaan beleggen, omdat je in principe alleen moet beleggen met geld dat je binnen de gestelde tijdshorizon niet nodig hebt. Liever een paar jaar geen rendement dan het risico dat je beleggingen moet verkopen als de koersen laag staan.

Risicoprofiel
De volgende stap is: beginnen met het bepalen van een risicoprofiel. Wat ik in zo’n geval vaak doe is samen met mijn klant een vragenlijst doorlopen waarmee hij of zij inzicht krijgt in zijn eigen risicobereidheid. Ik heb bij deze klant in alle rust aan zijn glazen keukentafel alle risico’s en aandachtspunten doorgelopen. Dat zijn hele nuttige exercities, zeker als je daar de tijd voor neemt. Vooral mensen met weinig ervaring met beleggen weten vaak niet hoeveel risico zij willen en kunnen lopen.

Tenslotte heb ik mijn klant verteld over de voor- en nadelen van gespreid inleggen. Dat betekent dat je niet alles in een keer belegt, maar dat je gedurende bijvoorbeeld een jaar elke maand een bepaald, vast bedrag belegt. En dit proces ook automatiseert.

Behoud van koopkracht
Ik heb deze klant goed kunnen helpen door hem uit te leggen wat beleggen is en wat de risico’s zijn. Naar verwachting zal hij door te beleggen op zijn minst de koopkracht van zijn vermogen in stand kunnen houden. Waarschijnlijk zal hij er zelfs geld mee verdienen; in het ergste geval daalt de waarde van zijn vermogen. Maar die kans is erg klein.

Als gecertificeerd financieel planner begeleid ik mensen bij het stellen van doelen. Waarom wil iemand beleggen? Wanneer moet het doel zijn bereikt? Is het erg als het doel niet (helemaal) wordt bereikt?

En ik besteed aandacht aan het in kaart brengen van de risico’s. Daarbij kan ik net zo min als iemand anders in de toekomst kijken. Maar ik kan er wel voor zorgen dat mijn klanten weten waar ze aan beginnen, hoe ze moeten omgaan met een nieuwe situatie en wat ze niet moeten doen.

Dit zijn zaken waar je eigenlijk niet aan wilt denken.

Datum: 05-06-2018 In: Vermogensopbouw

Met het hele gezin in één vliegtuig, wat als het misgaat? Of, er komt weer eens een vakantiecrash en je aandelen halveren in waarde, terwijl je nietsvermoedend op een zonnig strand in verweggistan ligt? Op reis en tijdens de reis kunnen veel rampen en rampjes plaatsvinden. Allereerst, wat heb je geregeld als je met het hele gezin in dat ene vliegtuig stapt?

Testament
Het klinkt misschien een beetje bizar, maar heb je een testament dat er ook in voorziet wat er dan moet gebeuren? De meeste testamenten gaan niet verder dan ‘langstlevende’ en zijn bedoeld om de partner van de overledene te beschermen, maar bij rampen waarbij beide partners het niet overleven en misschien de kinderen ook niet, wie moet dan erven? Gaat het vermogen terug naar de ouders, of gaat het juist naar de ouders van een van beiden? Bij rampen van deze aard, zou een testament hier ook in moeten voorzien.
Wie deze zomer met het hele gezin in dat ene vliegtuig stapt of met een groot aantal gezinsleden, doet er goed aan zich vooraf af te vragen naar wie het vermogen gaat als beide ouders tegelijkertijd komen te overlijden of wat er gebeurt als de ene ouder een paar dagen later overlijdt. In een testament kun je vastleggen wat er moet gebeuren als zich zo’n ramp voordoet. Weinig mensen doen dit, maar het zal de afwikkeling van de nalatenschap ten goede komen en de wens van de erflater zal als een dergelijk rampscenario zich voordoet uitgevoerd kunnen worden. Een check bij de gecertificeerd financieel planner kan geen kwaad.

Beurscrash
En dan is er die andere, zuiver financiële ramp, die zich kan voordoen: een beurscrash terwijl je niet kunt ingrijpen. Je zou kunnen zeggen: verkoop al je aandelen voordat je met vakantie gaat, maar dat is tamelijk rigoureus en bovendien, je zit dan ook niet in de markt als de beurs gewoon doordendert en er geen crash komt. Maar, kun je van twee walletjes eten? Dus geen risico lopen en toch kans behouden op rendement? Nee, dat kan niet. Maar, er is wel een verzachtende omstandigheid.

Put-optie
Je zou ervoor kunnen kiezen om tijdelijk wat put-opties met een brede exposure (niet alleen één bepaald aandeel) aan te schaffen die een paar maanden lopen. Die behoeven niet al te duur te zijn en zullen een deel van een eventuele koersdaling kunnen opvangen. En daarmee het verlies dempen. Bij een gelijkblijvende of stijgende beurs zal de premie uit de optie lopen, oftewel; ze verliezen hun hele waarde. Zie het kopen van een put-optie als een brandverzekering. Als zich brand voordoet ben je verzekerd, en als alles in tact blijft dan ben je de verzekeringspremie kwijt.

Tips
Dus twee tips om je vermogen te beschermen: check je testament en neem het kopen van een put-optie in overweging als je je beleggingen tijdelijk minder risicovol wilt laten zijn zonder dat je rendementskansen verspeelt. Een gecertificeerd financieel planner kan je hierin adviseren.

Doordenken met FFP.

Waarom twee bv’s vaak beter is dan één

Datum: 29-05-2018 In: ONDERNEMEN & BEDRIJFSOVERNAME

Veel directeur-grootaandeelhouders (dga’s) hebben twee of meer bv’s. Dat is duurder en complexer dan één bv, maar de voordelen zijn doorgaans veel groter dan deze nadelen.

Als u een bv opricht, heeft u daar waarschijnlijk goed over nagedacht. Een bv heeft verschillende voordelen. Zo is de belastingdruk binnen een bv soms lager dan bij een eenmanszaak. U bent minder snel aansprakelijk bij schulden en als uw bedrijf onverhoopt failliet gaat, betekent dat niet automatisch ook uw persoonlijke faillissement, zoals bij een eenmanszaak het geval kan zijn.

Failliet
Maar ook met een bv kunnen de zaken slecht gaan. Als u verlies maakt of op een andere manier in de problemen komt, moet u het kapitaal dat nog in de bv zit gebruiken om aan uw verplichtingen te voldoen. In het ergste geval gaat uw bv failliet en gaat al het geld dat er nog in zit in rook op.
Om dat te voorkomen kunt u niet uitgekeerde winsten natuurlijk aan uzelf uitkeren als dividend. Maar als het al slecht gaat, is het meestal al te laat. U moet dan eerst de dividendtoets doen om te bepalen of dit wel mag en die zal dan doorgaans negatief uitpakken.
Gelukkig is er een simpele oplossing voor dit risico; een holding. Dat is een bv waarmee u uw werkmaatschappij(en), waarmee het geld wordt verdiend, beheert. Door tijdig de winst van uw werkmaatschappij uit te keren als dividend aan uw holding, stelt u de gemaakte winsten vast veilig. Als de werkmaatschappij in zwaar weer terecht komt, raakt dat uw holding in principe niet. Alleen als er sprake is van kwade opzet of fraude kan uw holding, of u als dga, alsnog aansprakelijk worden gesteld.

Deelnemingsvrijstelling
Een holding heeft meer voordelen. Met een holding kunt u uw werkmaatschappij verkopen zonder dat u meteen de bv moet opdoeken. Verder hoeft u de verkoopwinst dan niet naar privé over te boeken, maar mag u deze winst overboeken naar de holding zonder dat u daar nog eens belasting over hoeft te betalen (deelnemingsvrijstelling). In plaats daarvan kunt u het geld gebruiken voor een eventuele nieuwe onderneming of om te beleggen.
Dat laatste kan in een bv veelal voordeliger dan in privé. Nu u niet langer in uw bv pensioen kunt opbouwen, kan beleggen in de bv een aantrekkelijke manier zijn om uw oude dag veilig te stellen. U betaalt dan wel belasting over de behaalde winsten, maar vaak minder dan wanneer u in privé belegt.

Belastingvoordeel
Een laatste voordeel is dat u met meerdere bv’s belastingvoordeel kunt behalen. Winsten tot € 200.000 worden in een bv belast met 20 procent vennootschapsbelasting, daarboven is het tarief 25 procent. Als u meer dan € 200.000 winst boekt, kunt u met twee bv’s de winst soms zodanig spreiden dat de totale winst met 20 procent wordt belast.

Complex
Tenslotte zitten er ook nadelen aan twee of meer bv’s. Elke bv moet een eigen jaarrekening opstellen en aangifte doen. Dat kost uiteraard meer geld. Bovendien is het besturen van meerdere bv’s complexer en is het lastiger om precies te weten wat er binnen de bv’s gebeurt.
Als u overweegt een bv op te richten, kan een gecertificeerd financieel planner u goed adviseren. Hij of zij kan de voor- en nadelen en de risico’s van het oprichten van een bv met een holding voor u op een rij zetten. Zodat u goed weet waar u aan begint.

Waar moet je aan denken bij bedrijfsopvolging?

Datum: 22-05-2018 In: Bedrijfsovername

Hoe bedoel je, heb je wel eens nagedacht over wie je gaat opvolgen in je bedrijf? Natuurlijk heb ik dat, maar dat is nog zover weg. Ik denk dat mijn dochter wel in de zaak wil. Of dat het handigste is, wat bedoel je precies? Veel ondernemers worstelen met de bedrijfsopvolging.

In het eerste kwartaal van dit jaar waren er zo’n 1.500 bedrijfsovernames, in heel 2017 waren dat er slechts 4.500. Dus we zitten met een enorme groei ten opzichte van vorig jaar. De meeste bedrijfsovernames, één op de vijf, zitten in de handel.

Wat is wijsheid?
Is het slim om je bedrijf over te dragen aan je kinderen of iemand binnen de familie of kun je beter aan een externe partij verkopen? Voor veel ondernemers is het doorgeven van het stokje aan de volgende generatie een droom. In de eerste plaats is het voortzetten van het familiebedrijf een emotionele aangelegenheid, in de tweede plaats spreekt er ook zorg voor de volgende generatie uit. Het meegeven van een bedrijf met een goed inkomen. Wie wil nou niet dat zijn kinderen goed terechtkomen? En toch is dat niet altijd de juiste weg.

Overname door je kind of een buitenstaander?
Allereerst maar eens kijken naar de vader of moeder die opgevolgd moet worden. Wie zou het meeste moeten betalen voor de zaak, het kind of een buitenstaander? Je kind wil je niet het vel over de oren halen, dus die opbrengst zal lager zijn. En misschien ook nog niet eens helemaal contant. Hoe vaak zien we niet dat kinderen een achtergestelde lening krijgen van de ouders? Dat betekent dat de ouders afhankelijk blijven van het reilen en zeilen van de zaak, ook als ze niet meer aan het roer zitten. En als het misgaat, is hun opbrengst, die sowieso niet optimaal was, in gevaar. Terwijl het kind misschien moet buffelen om zijn lening terug te betalen en er ook nog eens een goede boterham uit moet halen. Dat kan tot ongewenste situaties leiden.

Een buitenstaander zal doorgaans de volle mep moeten betalen en misschien kan daar een bank inspringen om een deel van de financiering voor zijn rekening te nemen als de overnemende partij niet voldoende contanten heeft. In ieder geval zal het risico beperkt kunnen worden. En hoe zit het dan met de kinderen? Als het bedrijf goed geld opbrengt en de ouders hebben dat geld niet allemaal nodig, komt het uiteindelijk ook bij de kinderen terecht. En hebben ze wellicht een eigen carrière waar ze gelukkig van worden.

Bedrijfsopvolging is iets om te plannen
Voor het geld hoef je het bedrijf niet binnen de familie te houden. Tijdig maatregelen nemen is wel belangrijk. Niet zeggen, die bedrijfsopvolging duurt nog zo lang. Binnen de familie uittesten of er een geschikte kandidaat tussen zit, kan een methode zijn. Maar dan moet je wel behoorlijk wat jaren hebben om dat goed uit te testen. En eens in de markt kijken wie een geschikte koper van je bedrijf zou kunnen zijn, is ook niet verkeerd. Kortom, bedrijfsopvolging is iets om te plannen en om in verschillende scenario’s voor te bereiden.

Hulp nodig?
En wie is een geschikte gesprekspartner die weet welke mogelijkheden je hebt voor je kinderen of extern? Of die kan uitrekenen hoeveel je minimaal voor je bedrijf moet ontvangen om er financieel goed uit te springen? Een gecertificeerd financieel planner kan je hier heel goed mee helpen.

 

Mijn bedrijf is mijn pensioen…toch?

Datum: 08-05-2018 In: Ondernemen

Ondernemers denken vaak te rooskleurig over hun onderneming. Hun eigen inbreng vinden ze vanzelfsprekend en ze verwachten dat een opvolger er ook zo over zal denken. Bovendien hebben ze geen idee wat wel en niet een echte pensioenvoorziening is. Terwijl het bedrijf waarschijnlijk een van de belangrijkste pijlers van hun oudedagsvoorziening zal zijn. Welke herkenbare pijnpunten zijn alvast te noemen? Veel leed kan worden voorkomen door tijdig een financieel planner in te schakelen.

“Natuurlijk heb ik mijn pensioen goed geregeld. Ik heb toch mijn bedrijf. Als ik dat straks verkoop, heb ik alle geldzorgen opgelost. En ik heb ook nog een FOR, daar staat ook aardig wat geld in, dus over mijn pensioen hoef ik me geen zorgen te maken.” Hoeveel ondernemers denken zo over hun financiële toekomst? Helaas, te veel.

FOR en de belasting

Allereerst even de FOR, de Fiscale Oudedagsreserve. Tegenwoordig heet het Oudedagsreserve, maar het principe is hetzelfde. Jaarlijks mag u als ondernemer een bepaald percentage van de winst aftrekken, dat bedrag staat op de balans als oudedagsreserve en in de toekomst hoeft u hier pas belasting over te betalen. Ho, wacht eens even. In de toekomst belasting over betalen? Dus, gewoon belastinguitstel over dat bedrag? En niet een spaarpotje?
Dat klopt. Als er bijvoorbeeld een ton aan oudedagsreserve op de balans staat, dan betekent dit dat over die ton nog geen belasting is betaald en dat dit in de toekomst moet gebeuren. De grote vraag is natuurlijk: kan de belasting in de toekomst worden betaald. Met andere woorden: staat er aan de andere kant van de balans genoeg bezit? Bijvoorbeeld machines of een gebouw, bezittingen die echt geld opleveren. Als er netto een ton bezit tegenover staat, houdt u na belastingbetaling waarschijnlijk wel wat over. Maar hoeveel moet uw bedrijf echt opbrengen om een financieel onbezorgde oude dag te hebben? Dan moet u eerst weten wat u netto wilt uitgeven in de toekomst en wat u elders al aan pensioen hebt opgebouwd.

AOW

Waarschijnlijk krijgt u als ondernemer ook AOW, maar als u altijd ondernemer bent geweest en nooit ergens in loondienst hebt gewerkt, zal dat ook zo’n beetje het enige pensioen zijn wat u krijgt. Misschien is er de Oudedagsreserve, of in het geval van een BV, een pensioen eigen beheer uit het verleden of een oudedagsverplichting van nu. Maar in wezen zijn dit allemaal situaties met belastinguitstel. Dus, wat levert het bedrijf op? Veel mensen denken over hun onderneming te positief. Ze vergeten, of willen niet zien, dat markten constant in beweging zijn, dat concurrenten niet stil zitten en dat opvolgers soms moeilijk te vinden zijn. Hun eigen inbreng in tijd en geld vinden ze vanzelfsprekend, ze hebben immers hart voor de zaak.

Pensioenplanning en overwinst

Helaas, een volgende koper zal er zakelijk naar kijken. En zal eerst alle kosten van de arbeid wegstrepen uit de waardering van de onderneming. Het gaat namelijk om de overwinst. Wat houdt het bedrijf over als alle arbeid betaald is? Daar kunt u dan misschien een factor op los laten. Of u nu twee keer de overwinst kunt krijgen bij de verkoop van uw bedrijf of vijf keer, het is nogal een verschil. Snappen hoe de financiële hazen lopen, is bijna een natuurwet. Vroegtijdig met pensioenplanning beginnen is een natuurwet. En tijdig piketpaaltjes slaan voor de overdracht van uw bedrijf is dat ook.

Hulp nodig?

Een financieel planner helpt bij het inzichtelijk maken van de beslismomenten, zodat u straks bij de overdracht van uw bedrijf niet alleen met een enorme belastingschuld zit en uw pensioenvoorziening in gevaar komt.

Eigen bedrijf beginnen? Let dan hier op

Datum: 15-05-2018 In: Ondernemen

Het aantal zzp’ers is de afgelopen tijd flink toegenomen. Als u voor uzelf wilt beginnen, waar moet u dan aan denken? Het aantal zelfstandigen is de afgelopen jaren gestegen van 1,0 miljoen in 2003 naar 1,5 miljoen eind 2017. Daarvan is twee derde zzp’er. Waar moet u op letten als u voor uzelf wilt beginnen?

Bedrijfsvorm
De meeste zzp’ers hebben een eenmanszaak. Dit is de meest simpele vorm van een eigen bedrijf. U bent uw eigen bedrijf. Over uw winst moet u inkomstenbelasting betalen.
U kunt als zzp’er met een eenmanszaak recht hebben op verschillende aftrekposten, zodat u minder belasting betaalt. Belangrijke aftrekposten zijn de zelfstandigenaftrek en, voor startende ondernemers, de startersaftrek.

Een heel andere bedrijfsvorm is de BV. Bij een BV betaalt u over de winst vennootschapsbelasting. Verder bent u verplicht om aan uzelf een salaris uit te keren. Daarbovenop kunt u de winst als dividend uitkeren. Het is allemaal wat gecompliceerder dan bij een eenmanszaak, maar het kan toch interessant zijn om te ondernemen vanuit een BV. Vooral als u veel verdient – globaal vanaf    € 150.000 – of als u bepaalde risico’s wilt uitsluiten. Met een eenmanszaak bent u namelijk aansprakelijk met al uw privévermogen en wellicht ook dat van uw partner. Bij een BV is dat niet het geval. Dan kunnen schuldeisers hun claims uitsluitend op het vermogen binnen de BV verhalen, tenzij sprake is van aantoonbaar wanbeleid of fraude.
Als u samenwerkt met andere zzp’ers kunt u overwegen dit te doen in een vennootschap onder firma, een maatschap of een coöperatie. Het hangt helemaal van de omstandigheden af welke ondernemingsvorm voor u het meest geschikt is.

Verzekeren
Veel zzp’ers verdienen meer dan een werknemer die hetzelfde werk doet. Maar tegenover het hogere inkomen staan ook meer onzekerheden. Daartegen kunt u zich soms indekken, maar dat kost geld.

Om te voorkomen dat uw inkomsten wegvallen bij ziekte kunt u een arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov-verzekering) afsluiten. Zo’n verzekering is duur, maar u kunt de premie drukken door te kiezen voor een verzekering die pas na bijvoorbeeld drie of zes maanden ziekte gaat uitkeren.
Waar u zich niet tegen kunt verzekeren, is tegen werkloosheid. Maar u kunt er wel rekening mee houden door een financiële buffer op te bouwen voor als de zaken minder gaan.

Pensioen
Als zzp’er moet u zelf voor uw pensioen zorgen. U kunt dat doen door met belastingvoordeel te sparen of beleggen. U bouwt dan een lijfrente op. De premie is aftrekbaar van uw inkomen, zodat u minder belasting betaalt. Pas als de lijfrente na uw pensionering gaat uitkeren, betaalt u over de uitkeringen inkomstenbelasting.

Als u zzp’er wilt worden, kan een gecertificeerd financieel planner FFP u daarbij adviseren en u wijzen op de vele fiscale regelingen voor zzp’ers. Tegelijkertijd kan hij of zij samen met u de risico’s in kaart brengen en bespreken in hoeverre u zich daartegen kunt en wilt indekken.

Tweede generatie in het familiebedrijf? Plan tijdig de overdracht van uw onderneming

Datum: 30-04-2018 In: Bedrijfsovername

Hoe regelt u de overdracht van uw bedrijf aan uw zoon, dochter of een ander familielid? Met een goede voorbereiding kunt u veel geld besparen. Stel, u bent ondernemer en u wilt op een gegeven moment de zaak verkopen of schenken aan uw zoon, dochter of een ander familielid. Dan komt de Belastingdienst al snel om de hoek kijken. U moet misschien zowel inkomsten- als schenkbelasting betalen.

Tijdig actie ondernemen
Er zijn zeer interessante regelingen voor bedrijfsoverdracht in de inkomstenbelasting en de erf- en schenkbelasting. Maar om gebruik te kunnen maken van deze regelingen is het van groot belang u goed en vooral tijdig te laten adviseren.
In de eerste plaats krijgt u mogelijk te maken met een belastingclaim vanwege stakingswinst. Dat is het verschil tussen de boekwaarde en de marktwaarde van uw bedrijf. Denk aan een pand dat voor minder in de boeken staat dan wat het waard is. Of goodwill.

Er is niet alleen vaak sprake van stakingswinst als u uw bedrijf verkoopt, maar ook als u de onderneming schenkt. Al verdient u er niets extra’s aan, de Belastingdienst vindt dat er dan sprake is van stakingswinst. Over deze stakingswinst moet u in principe inkomstenbelasting betalen. Maar onder bepaalde voorwaarden hoeft dat niet. Als u uw bedrijf overdoet om niet of tegen een prijs onder de marktwaarde is ook sprake van schenkbelasting.

Kortom, bij de overdracht van uw bedrijf spelen allerlei mogelijke belastingclaims. Dat maakt zo’n bedrijfsoverdracht niet eenvoudig. U loopt zo het risico dat u bedrijfsonderdelen moet verkopen om uw onderneming over te dragen. Soms zelfs zal de overdracht vanwege de belastingclaim helemaal niet kunnen plaatsvinden. Omdat de overheid dit geen wenselijke situatie vindt, is er een aantal faciliteiten in het leven geroepen die de overdracht van een bedrijf moeten vergemakkelijken.

Doorschuifregeling
U kunt de betaling van belasting over de stakingswinst uitstellen door gebruik te maken van de zogeheten doorschuifregeling. Over een eventuele boekwinst hoeft u dan niet af te rekenen, maar schuift u door naar uw opvolger. In jargon heet dat: fiscaal geruisloos. Maar: er mag alleen een beroep op de doorschuifregeling worden gedaan als degene die uw bedrijf overneemt al minimaal 3 jaar in dienst is bij uw bedrijf of minimaal 3 jaar mede-ondernemer is.

Schenk- en erfbelasting
Het betalen van schenkbelasting kunt u voorkomen of beperken als u gebruik maakt van de bedrijfsopvolgingsregeling ofwel de BOR. U mag uw bedrijf tot een waarde van ruim een miljoen euro overdragen zonder dat er schenkbelasting hoeft te worden betaald. Zo kan uw bedrijf worden voortgezet zonder dat (deels) moet worden afgerekend met de fiscus. Boven de een miljoen euro (om precies te zijn: € 1.071.987) hoeft over slechts 17% van het meerdere te worden afgerekend. Bovendien krijgt de betaler maximaal tien jaar uitstel van betaling. Dit betekent dat bedrijven veelal zonder fiscale problemen kunnen worden overgedragen aan de volgende generatie.

Er gelden wel een paar regels
Als u uw bedrijf schenkt, gelden er onder meer de volgende regels:
Het moet om een echt bedrijf gaan en niet om een beleggingsmaatschappij of een spaar-BV;

  • U moet de onderneming zeker vijf jaar hebben gehad;
  • Uw opvolger moet zeker drie jaar in dienst van uw bedrijf zijn geweest. Daarbij zijn er overigens geen nadere voorwaarden gesteld aan het aantal uren dat wekelijks wordt gewerkt in dit dienstverband en aan de aard van de werkzaamheden.
  • De onderneming moet zeker vijf jaar door de overnemer worden voortgezet. Als u overlijdt terwijl u nog eigenaar van uw bedrijf bent, zijn de regels iets soepeler. Dan hoeft de opvolger niet langer dan een jaar in het bedrijf te hebben gewerkt.

De overdracht van uw bedrijf vereist een zorgvuldige en vooral tijdige planning. Ook op fiscaal gebied. Een gecertificeerd financieel planner FFP kan u daarbij helpen.

Schulden en een hypotheek, waar moet je op letten?

Datum: 17-04-2018 In: Wonen

Als u een hypotheek wilt krijgen terwijl u al schulden heeft, hoeft dat geen probleem te zijn. Maar maak dan wel een plan.

Als u geld wilt lenen voor de aankoop van een huis, kijkt de hypotheekverstrekker niet alleen naar uw inkomen, maar ook naar uw vermogen en schulden.
Banken en verzekeraars zijn verplicht om uit te gaan van de maximale hypotheek- of financieringslasten van het Nibud (Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting). Het Nibud stelt deze normen jaarlijks in opdracht van het ministerie van Financiën vast. Hiermee wil de overheid voorkomen dat de hypotheeklasten een te groot beslag op uw budget leggen, zodat u in de problemen kunt komen.

Hypotheekverstrekkers kijken eerst wat op basis van uw inkomen de maximale maandelijkse hypotheeklasten zijn. Vervolgens kijken zij naar eventuele lopende schulden. Denk aan een persoonlijke lening, een autolening, een roodstand van uw creditcard en ook de mogelijkheid om rood te staan op uw betaalrekening. Het bedrag dat u maximaal per maand aan uw hypotheek mag uitgeven wordt verminderd met 2 procent van de waarde van uw uitstaande schulden.

Een voorbeeld. Stel dat u geen schulden heeft en op basis van uw inkomen maandelijks € 1.000 aan hypotheeklasten mag besteden. Als u een uitstaande schuld heeft, zoals een autolening van € 10.000, verlaagt die schuld uw maximale hypotheek als volgt. U mag dan niet langer € 1.000 aan hypotheeklasten besteden, maar slechts € 800. Namelijk € 1.000 min € 200 (dat is 2 procent van de autolening van € 10.000). Bij een lager maandbedrag hoort uiteraard een lagere hypotheek.

Voor studieschulden gelden andere regels. Een studieschuld vermindert de maximaal toegestane maandelijkse hypotheeklasten met 0,75 procent van de oorspronkelijke studieschuld. Een studieschuld die is opgebouwd vanaf september 2015 verlaagt de maximale hypotheeklasten met maar 0,45 procent van de oorspronkelijke studieschuld. Dat een studieschuld vanaf september 2015 soepeler wordt behandeld, komt doordat de maximale aflossingstermijn van zulke ‘nieuwe’ studieschulden is verlengd van 15 naar 35 jaar.

Toetsing BKR
U ontkomt er niet aan om een eventuele schuld op te geven, want de bank of verzekeraar toetst bij het BKR (Bureau Kredietregistratie) of u een lening heeft lopen. Als u een betalingsachterstand heeft, is dat ook bekend bij het BKR. In dat geval kan de bank of verzekeraar besluiten om u geen hypotheek te verstrekken.

Nibud-normen en belastingaangifte
Overigens staan studieschulden niet geregistreerd bij het BKR. Hypotheken staan er alleen als er sprake is van een betalingsachterstand. Toch is het verstandig om alle schulden bij een aanvraag van een hypotheek te melden. De Nibud-normen zijn er niet voor niets. Bovendien heeft het meestal geen zin om schulden te verzwijgen, omdat ze meestal in uw belastingaangifte staan. U mag schulden immers aftrekken van uw belastbare vermogen in box 3, zodat u minder belasting betaalt.

Hulp nodig bij uw hypotheekaanvraag?
Als u een hypotheek wilt aanvragen, is het belangrijk om rekening te houden met eventuele schulden. Een gecertificeerd financieel planner (FFP) kan u hierbij goed van dienst zijn. Bijvoorbeeld door te adviseren om lopende schulden versneld af te betalen. Daarmee voorkomt u wellicht dat uw hypotheekaanvraag wordt afgewezen.

Financiële onrust bij scheiden of overlijden

Datum: 11-04-2018

Help, ik ga scheiden. Hoe moet dat nu met ons huis? Of, als mijn man komt te overlijden, kan ik dan in het huis blijven wonen? Het huis, de plek waar we wonen, is zo’n belangrijk element in een mensenleven. En al helemaal als u getrouwd bent of samenwoont en een van beide partners valt weg. Hoe moet dat dan met het huis?

Overlijdensrisicoverzekering?
Een beetje bewust met een huis omgaan is vaak pas aan de orde als u een huis koopt en een hypotheek gaat regelen. Dan worden opeens allerlei vragen gesteld waar u van tevoren nooit over had nagedacht. Opeens wordt gepraat over een overlijdensrisicoverzekering. Als een van beide partners komt te overlijden, wil je niet dat de andere partner het huis uit moet omdat de kosten niet meer betaald kunnen worden. Vaak stellen banken deze verzekering verplicht om allerlei financiële ellende te voorkomen. Bij een hypotheek van 3 ton hoort dan al gauw een overlijdensrisicoverzekering van 3 ton. Als de partner overlijdt, komt de verzekering tot uitkering en kun je in één keer de hypotheek aflossen. Of je nu wel of niet erfbelasting over die uitkering moet betalen, hangt af van hoe goed je geadviseerd bent.

Gemeenschap van goederen of huwelijkse voorwaarden
Ook is het van belang of je in gemeenschap van goederen of onder huwelijkse voorwaarden bent getrouwd. En bij die gemeenschap van goederen hoort natuurlijk ook de nieuwe wet beperkte gemeenschap van goederen die sinds 1 januari van dit jaar geldt voor nieuw gesloten huwelijken. Met deze wet geldt de gemeenschap van goederen alleen over de periode dat je getrouwd bent en niet voor vermogen dat je ervoor hebt opgebouwd. Het is altijd belangrijk om eerst te bepalen van wie welk vermogensbestanddeel is en vervolgens hoe je dat als partners met elkaar wilt regelen.

Overlijden
En als je partner dan overlijdt, dan is het vervolgens belangrijk of er een testament is. Is dat er niet, dan geldt het wettelijk erfrecht. Als dat geldt, dan is de langstlevende degene die de beschikking over de erfenis krijgt. Het kan best zo zijn dat er kinderen zijn die mee-erven, maar zij krijgen alleen een vordering op vader of moeder ter grootte van hun erfdeel. En dat voorkomt dat vader of moeder het huis uit moet om de kinderen uit te kopen bijvoorbeeld. Zou je iets anders willen regelen dan de wet bepaalt, dan moet je een testament maken. Al met al heb je als langstlevende wel het recht om in het huis te blijven, maar het moet natuurlijk wel betaalbaar zijn.

Scheiden
Bij echtscheidingen is het helemaal lastig. Wie kan in zijn eentje de woning betalen en de hypotheeklasten opbrengen? Die moet dan ook nog eens de ander uitkopen. Vaak draait het uit op verkoop van de gezamenlijke woning en zelf een nieuwe woonplek vinden. En dat betekent vaak; terug naar een huurwoning!
Het goed regelen van leven en wonen; dus, samenlevingscontract, trouwen op huwelijkse voorwaarden of toch in gemeenschap van goederen, het opstellen van een testament, het regelen van een hypotheek en hoe zit het dan met de overlijdensrisicoverzekering? Deze organisatie is een kunst op zich. Bij het organiseren hiervan helpt een gecertificeerd financieel planner u graag met raad en daad. Kijk op ‘Vind een gecertificeerd financieel planner’ voor een planner bij u in de buurt.

De risico’s van een aflossingsvrije hypotheek

Datum: 03-04-2018 In: Wonen

Ook een aflossingsvrije hypotheek moet ooit worden afgelost. Wat moet u doen als de looptijd van uw aflossingsvrije hypotheek in zicht komt? Wat zijn de risico’s en wat te doen met de restschuld die men vaak nog heeft aan het einde van de looptijd van de hypotheek?

Veel huizenbezitters beseffen niet wat er gebeurt als hun aflossingsvrije hypotheek afloopt. Dat bleek eerder dit jaar uit onderzoek van de ouderenbond ANBO. De meeste ondervraagden hebben volgens de ANBO een te rooskleurig beeld van hun financiële situatie.

Hypotheek afgelost en dan?
Een meerderheid van de oudere huizenbezitters hebben aan het einde van de looptijd van hun hypotheek een restschuld. Opnieuw geld lenen, dus het herfinancieren van deze schuld, is minder makkelijk dan vroeger. De regels zijn de afgelopen jaren een stuk strenger geworden. Op basis van alleen de overwaarde verstrekken banken tegenwoordig meestal geen hypotheek meer; ook het inkomen moet voldoende zijn om de hypotheeklasten te kunnen dragen. De Nederlandsche Bank (DNB) vreest dat honderdduizenden ouderen in de problemen komen. In maart stelde de PvdA in de Tweede Kamer nog vragen over de aflossingsvrije hypotheken en de problemen die deze hypotheken voor vooral oudere huizenbezitters kunnen opleveren.

In de praktijk gaan banken verschillend om met dit vraagstuk. Sommige banken zetten een aflossingsvrije hypotheek aan het einde van de looptijd bijna altijd om in een nieuwe lening. Andere hypotheekvertrekkers doen dat alleen als wordt voldaan aan de nieuwe, strengere leennormen. Dat kan betekenen dat huizenbezitters met een klein pensioen voortaan niet langer in aanmerking komen voor een hypotheek voor hun huidige woning.

Aflossingsvrije hypotheken nu en straks
Vooral vanaf halverwege de jaren negentig nam het aantal aflossingsvrije hypotheken snel toe. In 1995 was ongeveer 10 procent van de uitstaande hypotheken aflossingsvrij; in 2009 was dit toegenomen tot ongeveer 50 procent. Inmiddels worden er nauwelijks nog nieuwe aflossingsvrije hypotheken verstrekt, omdat de rente dan niet langer aftrekbaar is. Voor alle lopende aflossingsvrije hypotheken geldt een overgangsregime.

Het probleem van de aflossingsvrije hypotheken zal de komende jaren alleen maar groter worden. Sinds 2001 geldt de hypotheekrenteaftrek nog maar voor 30 jaar. Dat betekent dat de rente op veel leningen vanaf 2031 niet langer aftrekbaar is. Dat duurt weliswaar nog 13 jaar, maar het is verstandig u daar tijdig op voorbereiden.

Hoe lost u uw aflossingsvrije hypotheek af?
Het naderende probleem van de aflossingsvrije hypotheken wordt momenteel verhuld door de extreem lage rente. Die zorgt ervoor dat veel mensen bijna voor niets wonen en het daarom niet zien als een probleem. Dat is echter niet terecht. Het is in alle gevallen verstandig om ver voor het einde van de looptijd met een financieel adviseur te bespreken hoe u uw hypotheek wilt aflossen.
U kunt er voor kiezen om elke maand een bepaald bedrag af te lossen. Als de lening nog een tijd doorloopt, kunt u als alternatief vermogen opbouwen door elke maand een bedrag te beleggen. Dan lost u niet tijdens de looptijd af, maar pas aan het einde van de looptijd. Nog een oplossing is door voor het aflopen van de looptijd van de lening te verhuizen naar een goedkopere woning.

Een gecertificeerd financieel planner FFP kan u helpen bij het in kaart brengen van de risico’s van uw aflossingsvrije hypotheek. Hij of zij kan doorrekenen wat er gebeurt als u niets doet en alternatieven aandragen. Vaak zal hij adviseren om met uw hypotheekverstrekker of tussenpersoon te gaan praten. In alle gevallen is het zaak om tijdig actie te ondernemen en advies te vragen.

Samenwonen, waar moet je allemaal aan denken?

Datum: 27-03-2018 In: Relatie

Hoe lang zijn samenwoners gemiddeld bij elkaar? Halen ze het 25-jarig jubileum of is dat korter? Uit onderzoek blijkt dat het veel korter is, gemiddeld zijn samenwonenden zo’n tien jaar bij elkaar. En dan? Wat kan je doen om het op financieel vlak niet mis te laten gaan?

Vorige week verscheen een onderzoek van Wijzer in geldzaken in samenwerking met het Register Financieel Echtscheidingsadviseurs en wat blijkt, samenwoners hebben het lang niet altijd goed geregeld. Wat bij trouwen of een geregistreerd partnerschap automatisch gaat, moeten samenwoners zelf regelen. En dan gaat het vaak mis. Want, denk je meteen aan pensioen als je gaat samenwonen? Nee. Denk je aan mogelijke partneralimentatie? Nee. Erft je partner van je als je komt te overlijden? De helft van de ondervraagden in het onderzoek, en dat waren er toch een slordige 1700, had niets geregeld. En als je partner dan wegvalt, dan zouden je schoonouders wel eens de erfgenaam kunnen zijn en blijf je dus onverzorgd achter. Het enige wat doorgaans wel goed is geregeld, is het regelen van het gezag over de kinderen die er zijn. Dat is tenminste iets. Maar de grote hiaten vragen om aandacht.

Punten van aandacht
Pensioen is te vaak onderbelicht. Aanmelden van je partner bij je pensioenfonds is een kleine moeite, maar het NIET doen kan grote onaangename gevolgen hebben. Als je dan komt te overlijden, heeft je partner geen partnerpensioen. Nog een punt van aandacht: het hebben van een koophuis. Heb je samen een koophuis gekocht, hoe heb je dan de eigendomsverhoudingen geregeld? De hypotheek? Of het recht om er in te mogen blijven wonen als je komt te overlijden? Of, bij een scheiding, hoe ga je om met de verdeling van je huis? En van je overige bezittingen? Dat soort dingen kun je allemaal vastleggen in een samenlevingscontract. Dat betekent, naar elkaar de zaken goed regelen en de ander niet per definitie in de kou laten staan als er iets gebeurt.

Meer weten?
Wijzer in geldzaken heeft een handige online tool ‘samenwonen goed geregeld’. Deze tool geeft je een helder beeld in je situatie. En als je wilt weten wat dit betekent, voor nu en in de toekomst, ga dan naar de gecertificeerd financieel planner die je met raad en daad terzijde kan staan. Liefde voor je partner betekent namelijk ook dat je het financieel goed voor elkaar regelt. Met een samenlevingscontract bijvoorbeeld.

Wees alert met afkopen spaar- of beleggingspolis

Datum: 20-03-2018 In: Vermogensopbouw

Sinds de wet vorig jaar is veranderd, kopen veel huizenbezitters hun spaar- of beleggingspolis af. Daarmee verlagen zij hun maandlasten, maar afkoop heeft ook nadelen.

Steeds meer huizenbezitters kopen hun spaarpolis af. Dat schrijft De Hypotheekshop in een recente nieuwsbrief. Vooral bij een verhuizing of bij het oversluiten van de hypotheek naar een nieuwe rentevaste periode kiest een toenemend aantal huiseigenaren er voor de spaarpolis af te kopen.

Vervallen van tijdsklem
Een belangrijke reden hiervoor is dat u sinds 1 april 2017 niet langer minimaal 15 of 20 jaar hoeft te sparen om een spaarpolis belastingvrij te laten uitkeren. U mag nu ook eerder het kapitaal gebruiken om uw spaarhypotheek (deels) mee af te lossen. Tot 1 april 2017 betaalde u meestal belasting over een voortijdig afgekochte spaarpolis. Ook bij een bankspaar-, een leven- en een beleggingshypotheek is de zogeheten tijdsklem van 15 of 20 jaar vervallen.

Voordelen afkopen spaarpolis
Het afkopen van een spaarpolis heeft voordelen, omdat de maandlasten er mee worden verlaagd en wel om twee redenen:

  1. U hoeft niet langer elke maand spaarpremie in te leggen.
  2. Als u de hypotheek met de afkoopsom verlaagt, dalen de rentelasten.

Voordelen aanhouden van spaarpolis
Daar staat tegenover dat u dan niet langer profiteert van de voordelen van een spaarpolis. Die zijn:

  1. U spaart voldoende kapitaal om de lening aan het einde van de looptijd af te lossen.
  2. U hoeft onder bepaalde voorwaarden geen vermogensrendementsheffing te betalen over het opgebouwde vermogen.
  3. U krijgt op uw spaarpolis of bankspaarrekening een veel hogere rente dan op een reguliere spaarrekening. De rente die u ontvangt op het spaardeel is meestal dezelfde als de rente die u betaalt over het leningdeel. Dat betekent dat u bij een rentevaste periode van 10 jaar momenteel al snel 2% tot 3% rente krijgt. Bij een spaardeposito van 10 jaar krijgt u bij de grote banken momenteel minder dan 1% rente.
  4. Bij een spaar- of beleggingspolis is het financiële risico van overlijden automatisch afgedekt. Bij een bankspaarhypotheek is dat overigens niet het geval.
    Deze voordelen zijn eenmalig, omdat een (bank)spaarhypotheek tegenwoordig niet langer nieuw kan worden afgesloten. Als u een dergelijke hypotheek voor 2013 had, valt u onder de overgangsregeling en blijven de ‘oude’ fiscale voordelen in stand. Maar als u er mee stopt, bent u deze rechten voor altijd kwijt.

Nadelen afkopen spaarpolis
Het afkopen van een spaarpolis lijkt aantrekkelijk. Maar laat eerst alles goed doorrekenen en neem dan pas een besluit. Anders krijgt u over een aantal jaren misschien spijt dat u dit belastingvoordeel heeft laten lopen.
Als u de hypotheeklasten wilt verlagen, is afkoop van uw spaarpolis of beëindiging van uw bankspaarrekening een optie. Maar afkoop heeft ook nadelen. Een gecertificeerd financieel planner FFP kan voorrekenen wat voor u de voor- en nadelen van afkopen zijn. Hij kijkt daarbij niet alleen naar de effecten op korte termijn – lagere maandlasten – maar ook naar de gevolgen voor uw hypotheek op lange termijn. Als u minder kapitaal bij elkaar spaart, kunt u de hypotheek daarmee immers niet langer volledig aflossen. Ook kijkt een financieel planner daarbij naar uw totale inkomens- en vermogenssituatie op de korte en lange termijn in relatie tot de vraag of afkoop van uw polis verstandig is.
Voor meer informatie over de hierboven genoemde tijdsklem, klik HIER.

Zo bespaart u geld met uw belastingaangifte

Datum: 06-03-2018 In: Vermogensopbouw

Door de jaarlijkse belastingaangifte slim in te vullen, kunt u misschien (belasting)geld besparen. Het is weer aangiftetijd: sinds 1 maart kunt u belastingaangifte doen via belastingdienst.nl of via de app. Het is vaak de moeite waard om er goed voor te gaan zitten. De kans is namelijk groot dat u geld kunt besparen door slim aangifte te doen. Wat zijn belangrijke aandachtspunten?

Wanneer moet u aangifte doen?
U bent verplicht om aangifte te doen als u van de Belastingdienst een brief heeft ontvangen waarin staat dat u aangifte moet doen. Maar u bent ook verplicht om aangifte te doen als u meer dan € 25.000 aan vermogen heeft, zoals spaargeld of een tweede huis. Ook moet u aangifte doen als u inkomsten heeft waarvan de Belastingdienst niet op de hoogte is. Denk aan inkomen als ondernemer, inkomen uit freelance werk of als u uw huis tijdelijk heeft verhuurd via bijvoorbeeld Airbnb.

Vul altijd de aangifte in
Vul altijd de aangifte in, ook als u geen aangifte hoeft te doen. Misschien zijn er aftrekposten, zodat u belasting kunt terugkrijgen. Als u ergens tijdelijk heeft gewerkt, is de kans groot dat u geld terugkrijgt door aangifte te doen. Dit geldt onder meer vaak voor studenten die een of meer kleine baantjes hebben gehad.

Doe u aangifte online!
Doe aangifte via de website. U kunt ook via de app aangifte doen, maar dan kunt u geen items, zoals aftrekposten, wijzigen of toevoegen. U betaalt dan mogelijk te veel belasting.

Voor wanneer moet u aangifte doen?
Doe bij voorkeur voor 1 april aangifte. U moet voor 1 mei aangifte doen, tenzij u uitstel vraagt. Dan moet u voor 1 september aangifte doen. Als u voor 1 april aangifte doet, loopt u geen risico dat u belastingrente moet betalen. Dat risico loopt u wel als u in april of later aangifte doet.

Check de vooraf ingevulde gegevens.
Veel gegevens staan al ingevuld, zoals uw rekeningsaldi, de woz-waarde van uw eigen woning en uw salaris of (pensioen)uitkering. Deze gegevens zijn niet altijd correct. Bovendien kunnen gegevens ontbreken, omdat de Belastingdienst daar geen weet van heeft, zoals aftrekbare giften aan goede doelen en ziektekosten.

Samen aangifte doen
Doe samen aangifte. Als u een fiscaal partner heeft – hier staan de voorwaarden – is het vaak voordelig om samen aangifte te doen. U mag namelijk schuiven met sommige aftrekposten en met vermogen op een manier die voor u als belastingbetaler het meest voordelig is.

Hypotheek
Heeft u uw hypotheek in 2017 overgesloten? De eventuele boeterente en afsluitkosten zijn meestal aftrekbaar.

Iets vergeten?
Als u de aangifte heeft ingevuld en opgestuurd en u wilt later alsnog iets wijzigen, zoals een vergeten aftrekpost, kunt u dit corrigeren door simpelweg opnieuw aangifte te doen. De Belastingdienst beoordeelt altijd het laatst ingestuurde formulier. Als u al een definitieve aanslag heeft gekregen, moet u soms op een andere manier de correcties doorgeven. Raadpleeg daarvoor deze webpagina van de Belastingdienst.

Neem de tijd om aangifte te doen. Het kan u geld besparen. Een gecertificeerd financieel planner FFP kan u hierbij helpen. Door voor u aangifte te doen, maar ook door een second opinion te geven over een door u ingevulde aangifte. Zo weet u zeker dat u geen zaken over het hoofd heeft gezien. Een financieel planner kan u ook advies geven over hoe u zaken dit jaar slim kunt plannen en met aftrekposten kunt omgaan, zodat u volgend jaar minder belasting betaalt.

De valkuilen bij partnerpensioen

Datum: 27-02-2018 In: Pensioen

Krijgt je partner voldoende pensioen als je onverhoopt overlijdt? Wil je je partner goed verzorgd achterlaten als je iets overkomt? De meeste mensen willen dat wel, maar hebben geen idee of ze dat goed geregeld hebben. Waar moet je op letten?

 

Iedereen weet dat er AOW bestaat. Dat is het ouderdomspensioen dat je krijgt van vadertje staat als je de 65 of 66 gepasseerd bent. Maar is de ANW ook zo bekend? Nee, dat is-ie niet. Een weduwe of weduwnaar kan een uitkering van de overheid krijgen als hij of zij zelf niet voldoende inkomen heeft en de zorg heeft voor minderjarige kinderen. Als je dan minder verdient dan € 2.500 per maand, kun je in aanmerking komen voor zo’n uitkering. Is dat minder dan € 800,-, dan kun je zelfs de volledige uitkering krijgen van zo’n € 1.200,-. In veel gevallen zal de uitkering maar heel klein zijn of zelfs niets.

Het aantal weduwen en weduwnaars dat zo’n uitkering kreeg is de afgelopen vijf jaar gehalveerd. Dat zegt al wat. Stel dat je nou geen recht hebt op ANW, is er dan nog een mogelijkheid op wat anders? Misschien wel. Wie werkt, zal doorgaans in een pensioenregeling bij de werkgever zitten. Zo’n pensioenregeling bouwt pensioen op voor later, dus ouderdomspensioen. In de meeste gevallen zal daar ook een partnerpensioen, voor de verzorging van de nabestaanden, aan gekoppeld zijn. Soms keert deze uit tezamen met de ANW-uitkering, soms in de plaats van, om het tekort op die manier op te vangen. Het is belangrijk om bij partnerpensioen even op een aantal belangrijke punten te letten.

Woon je samen? Bekijk dan eerst of je dit samenwonen wel zo hebt geregeld dat het pensioenfonds in kwestie je partner erkent als pensioengerechtigde partner. Een telefoontje naar het pensioenfonds geeft je dat antwoord. Nog een belangrijk detail: als er inderdaad een partnerpensioen is geregeld, is dit dan op risicobasis of niet? Dat is een lastige. Op risicobasis wil zeggen dat er alleen partnerpensioen wordt uitgekeerd zolang je nog werkt. Je bouwt geen partnerpensioen op. Dus bij echtscheiding bijvoorbeeld kun je zoiets ook niet meenemen. De andere variant van partnerpensioen, de ‘opbouwvariant’, keert wel uit na pensionering. Een belangrijk verschil. Ook dat kom je te weten door contact op te nemen met je pensioenfonds.

Nog een belangrijk punt: verdien je meer dan een ton, dan mag je over het meerdere geen ouderdomspensioen meer opbouwen waaraan de fiscus meebetaalt. En omdat de hoogte van het partnerpensioen meestal 70% is van het ouderdomspensioen bij opbouw, wordt dit dus ook geraakt. Of, wat te denken als er een groot leeftijdsverschil tussen beide partners is? Als je je partner goed verzorgd wil achterlaten als jou iets overkomt, zijn er mogelijkheden. Die niet ingewikkeld hoeven te zijn, maar die je wel tijdig moet regelen. Dat kan met lijfrentes en dat kan met eenvoudige overlijdensrisicoverzekeringen. De gecertificeerd financieel planner kent de weg en kan je daarin begeleiden.
Doordenken op dinsdag, met FFP.

Wel een overwaarde eigen huis, maar weinig pensioen? Dit zijn de mogelijkheden.

Datum: 20-02-2018

Veel ouderen hebben een huis met een forse overwaarde, maar slechts weinig inkomen. Er is nu een nieuwe manier om een deel van de overwaarde te verzilveren.

Wie weinig inkomen heeft maar wel een eigen huis met overwaarde kan sinds kort geld lenen met een Verzilverlening van Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn). De Verzilverlening zal via gemeentes die hieraan meedoen, worden aangeboden. Op de site van SVn vindt u een compleet overzicht van alle leningen, uitgesplitst naar provincie en gemeente.
Gedurende de looptijd hoeft geen rente te worden betaald; die wordt namelijk bijgeschreven. Pas als u uw huis verkoopt of als u overlijdt, wordt de lening, inclusief rente, afgelost. Overigens is deze rente niet aftrekbaar.

Een belangrijke punt is dat de gemeente bepaalt onder welke voorwaarden wordt geleend en waaraan het geld mag worden besteed. De Verzilverlening is primair bedoeld om huizenbezitters in staat te stellen om de kwaliteit van hun eigen huis op peil te houden of te verbeteren. Denk aan achterstallig onderhoud of een verbouwing zodat het wooncomfort beter aansluit bij de hedendaagse wooneisen. Het is niet de bedoeling dat het geleende geld als aanvulling op het pensioen wordt ingezet, al kunnen gemeentes wel toestaan dat eenmalig een bedrag consumptief wordt uitgegeven. Verder is er een minimumleeftijd van 57 jaar, al mogen gemeentes kiezen voor een hogere minimumleeftijd.

Met de Verzilverhypotheek wil het SVn een bijdrage leveren aan de oplossing van een groeiend probleem van veel ouderen: weinig pensioen, maar veel vermogen in de vorm van een grotendeels of helemaal afbetaald huis. Het geld zit dus in stenen. Eerder al kwam het SVn met de Blijverslening, die zich op een vergelijkbare doelgroep richt.

Tot de financiële crisis van 2008 konden veel ouderen met weinig inkomen bij veel banken terecht voor een opeethypotheek. Bij een opeethypotheek kunt u geld lenen op basis van de overwaarde van uw huis. De rente, die niet aftrekbaar is, wordt bijgeschreven. Daarmee neemt uw schuld dus toe. Maar sindsdien bieden nog maar een paar banken een opeethypotheek aan, en dan alleen nog maar onder voorwaarden die zo strikt zijn dat de meeste mensen er niet voor in aanmerking komen.

De laatste jaren zijn er meer ‘verzilver’-initiatieven op de markt gekomen. Een aantal partijen biedt huizenbezitters aan om hun huis te kopen. Soms spreekt u dan af dat u uw eigen huis terug huurt gedurende een maximaal aantal jaren, soms is die eis er niet en kunt u levenslang blijven wonen in uw huis.

Vanwege de vergrijzing zal de behoefte aan ‘verzilverproducten’ de komende jaren alleen maar toenemen. Er komen regelmatig nieuwe verzilverproducten op de markt. De voorwaarden van dergelijke producten lopen behoorlijk uiteen en zijn voor een buitenstaander vaak moeilijk te doorgronden. Het is dan ook belangrijk om voor u een besluit neemt goed de voor- en de nadelen en de risico’s voor ogen te hebben, of het nu gaat om een hypotheek of een constructie waarbij u uw huis verkoopt maar er blijft wonen. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als u ouder wordt dan u denkt? Moet u dan uw huis verkopen? En hoe zit het met de kosten?

Een gecertificeerd financieel planner FFP kan u hier goed bij helpen. Hij of zij kan niet alleen doorrekenen wat een en ander betekent voor uw inkomen, maar ook wat de risico’s zijn en wat het betekent voor uw erfgenamen,. Kortom, een integraal advies, waarbij met alle huidige en toekomstige financiële en fiscale aspecten rekening wordt gehouden.

Geen zorgen over uw pensioen?

Datum: 06-02-2018

Veel pensioenregelingen zijn de afgelopen tijd versoberd. Maar meer dan de helft van de Nederlanders heeft geen idee hoe hun pensioen er voor staat.

Slechts een op de vijf Nederlanders heeft er vertrouwen in voldoende geld opzij te zetten voor zijn of haar pensioen. Dat bleek vorige week uit onderzoek van pensioenadviesbureau Mercer. Volgens het bureau heeft meer dan de helft van de Nederlanders geen idee waar ze staan na hun pensionering. Voor zover ze erover nadenken, leunen werknemers als het gaat over pensioen vooral op hun werkgever.

Nu is dat laatste op zich niet zo raar. De meeste werkenden hebben een pensioenregeling via hun werkgever. Wat niet iedereen beseft, is echter dat veel pensioenregelingen de afgelopen jaren zijn versoberd. Voor een deel komt dat door de overheid: u mag per jaar minder pensioen via uw werkgever opbouwen dan voorheen. Daarbij zijn veel werkgevers de afgelopen tijd overgestapt naar een goedkopere regeling. Het is dan ook verstandig om te bekijken of uw pensioenregeling nog wel oplevert wat u ervan verwacht.

Bij een goede pensioenplanning gaat het niet alleen om de inkomsten, maar ook om de uitgaven. Sommige uitgaven zullen na uw pensionering lager uitvallen, bijvoorbeeld omdat de kinderen dan het huis uit zijn. Als u huurt, zullen de woonlasten vrijwel zeker omhoog gaan. Als u een koophuis heeft, zullen de woonlasten waarschijnlijk gelijk blijven of zelfs dalen. Maar als u een aflossingsvrije hypotheek heeft, zult u aan het einde van de looptijd uw hypotheek moeten aflossen of een nieuwe lening moeten afsluiten. Houd daar rekening mee.

Om een idee te krijgen van uw pensioen kunt u kijken op www.mijnpensioenoverzicht.nl. U kunt inloggen met uw DigiD. Vervolgens ziet u bij welke werkgevers u pensioen heeft opgebouwd en hoeveel. Let erop dat u alleen werkgeverspensioen kunt zien; lijfrentes staan niet op deze website. Een lijfrente is een soort privé-pensioen.

Als u een pensioengat heeft, kunt u in veel gevallen aanvullend pensioen opbouwen met een lijfrente. U spaart of belegt dan met belastingvoordeel: de jaarlijkse premie is aftrekbaar voor de belasting, zodat u nu minder inkomstenbelasting betaalt. Bovendien wordt het opgebouwde tegoed niet belast met vermogensrendementsheffing (box 3). Pas als u met pensioen gaat en gaat uitkeren, worden de uitkeringen belast.

Hoewel u dus belastingvoordeel heeft, moet u ook rekening houden met de regels van de Belastingdienst. Zo mag u in veel gevallen niet vóór uw AOW-leeftijd gaan uitkeren en mag u het bedrag niet in één keer opnemen. Als u meer vrijheid wilt om bijvoorbeeld met pensioen te gaan wanneer u dat wilt, kunt u overwegen om ‘gewoon’ te gaan sparen of beleggen. U heeft dan geen belastingvoordeel, maar u mag met het geld doen wat en wanneer u wilt. Besef wel dat beleggen risico’s met zich meebrengt.

Het is vaak lastig om zelf te berekenen hoe uw oude dag er voor staat. De pensioenoverzichten die u elk jaar krijgt, zijn niet altijd even duidelijk. Verder moet u rekening houden met belastingen en heffingskortingen, maar ook met de woonlasten en eventuele toeslagen. Een gecertificeerd financieel planner kan u helpen om dit alles overzichtelijk in kaart te brengen en uw wensen in een financieel perspectief te plaatsen. Misschien blijkt u een uitstekend pensioen te hebben en maakt u zich voor niets zorgen. Maar het advies kan ook zijn om actie te ondernemen, zodat u kunt genieten van een onbezorgde oude dag.

“UW PENSIOEN SUKKELT ACHTERUIT”

Datum: 24-01-2018 In: Pensioen

“UW PENSIOEN SUKKELT ACHTERUIT”, kopt ‘De Telegraaf’ vandaag. De boodschappen worden steeds duurder, maar de meeste pensioenen zijn nu al tien jaar nauwelijks verhoogd.

Wilt u meer informatie over hoe u zich kunt voorbereiden op een goed pensioen?

Lees dan de tips op onze pagina: Mijn Pensioenoverzicht

De juiste keuzes
Een blik op Mijn Pensioenoverzicht is nooit voldoende voor een totaaloverzicht over uw financiële situatie. Een gecertificeerd financieel planner met het FFP-keurmerk verplaatst zich in uw situatie en helpt u om de keuzes te maken die bij uw leven passen.

Schenking gegeven of juist recent ontvangen? Let dan hierop!

Datum: 23-01-2018 In: Kinderen

Veel mensen schenken liever met de warme dan met de koude hand. Voor zowel de gever als de ontvanger zijn er regels van de Belastingdienst waar je goed op moet letten.

Als u in 2017 een schenking heeft ontvangen, moet u daar voor 1 maart van dit jaar aangifte voor doen bij de Belastingdienst. Tenminste, als de schenking meer waard was dan de vrijstelling voor de schenkbelasting. De vrijstelling bedroeg in 2017 voor kinderen die van hun ouders kregen € 5.320 en € 2.129 voor anderen. In 2018 zijn deze bedragen respectievelijk € 5.363 en € 2.147.

U kunt eenmalig gebruik maken van de verhoogde vrijstelling. Die komt dan in plaats van, en niet bovenop, de jaarlijkse vrijstelling. U moet daar wel aangifte van doen, maar hoeft geen schenkbelasting te betalen.

  • Kinderen mogen eenmalig gebruik maken van de verhoogde vrijstelling van € 25.731 (2018) voor een schenking van hun ouders. Dit bedrag wordt verhoogd tot € 53.602 als de schenking wordt gebruikt voor een dure studie.
  • Iedereen – dus ook als het niet om familie gaat – mag eenmalig een schenking ontvangen van maximaal € 100.800 (2018) voor de aankoop van een huis, voor een verbouwing van de eigen woning, voor de aflossing van een hypotheek of voor de afkoop van erfpacht.

In beide gevallen is een voorwaarde dat de ontvanger tussen de 18 en de 40 jaar oud is of dat zijn of haar partner dat is. Verder mogen kinderen maar van één eenmalige vrijstelling voor een schenking van hun ouders gebruik maken. Dus niet én € 25.731 én € 100.800. Heeft uw kind voor 2010 of na 2014 al eens gebruik gemaakt van de eenmalige vrijstelling, dan kan hij of zij in sommige gevallen gebruik maken van een aanvullende vrijstelling.

Als u een schenking doet, hoeft u in veel gevallen niet naar de notaris. Maar in sommige gevallen kan het wel verstandig zijn om de schenking in een notariële akte te laten vastleggen. Bijvoorbeeld als het om grote bedragen gaat.

Als u niet wilt dat de schenking in een eventuele gemeenschap van goederen valt – de ‘anti-schoonzoonbepaling’- kunt u een uitsluitingsclausule bijvoegen. Dat hoeft niet via een notaris, maar soms is het wel verstandig om dat te doen. Hetzelfde geldt als u een voorwaardelijke schenking wilt doen. Denk aan een schenking die pas definitief wordt als uw kleinkind zijn of haar studie met succes heeft afgerond of een schenking die vervalt zodra de ontvanger in de schuldensanering of Bijstand terecht komt.

In sommige gevallen moet de schenking notarieel worden vastgelegd, namelijk als u:

  • Onroerend goed, zoals een huis, schenkt.
  • Wilt dat de schenking wordt verrekend met uw latere nalatenschap – in jargon: als u wilt dat schenkingen worden ingebracht – moet u dit laten vastleggen in uw testament.
  • Een zogenaamde ‘papieren schenking’ doet. Dat is een constructie waarmee in sommige gevallen erfbelasting wordt bespaard.

De regels rondom schenken zijn complex en veranderen regelmatig. Daarom is het zaak om vooraf goed te weten hoe de wet in elkaar zit. Een gecertificeerd financieel planner FFP kan u helpen om op een fiscaal zo voordelig mogelijke wijze te schenken. Ook kan hij of zij u helpen met het vormgeven van de schenking en met het adviseren wanneer het verstandig om de schenking bij een notaris te laten vastleggen en wanneer dat niet nodig is.

6 belastingtips om op de valreep van 2017 geld te besparen

Datum: 12-12-2017 In: Wonen

Verdien geld door nog voor het eind van het jaar slim gebruik te maken van aftrekposten en vrijstellingen.
Wilt u op de valreep van 2017 de belastingdruk verminderen? Het kan, bijvoorbeeld door te schenken of door uw spaargeld in een BV onder te brengen. Het is een hele lijst en dus even wat leeswerk om het door te nemen, maar het kan u veel geld besparen.

Grote aankoop
U betaalt elk jaar belasting over het vermogen dat op 1 januari in uw bezit is. Door een grote aankoop die u toch al van plan was te doen naar voren te halen, heeft u minder vermogen op 1 januari. Er geldt in 2018 een vrijstelling van € 30.000 per persoon.

Schenking
Als u wilt schenken aan bijvoorbeeld uw kinderen, kan het voordelig zijn dat nog dit jaar te doen en niet begin volgend jaar. Het valt dan in 2018 niet in box 3. Als u een bedrag wilt schenken dat hoger is dan de vrijstelling (in 2017 bedraagt de vrijstelling voor kinderen € 5.320) kunt u een deel dit jaar schenken en een deel begin volgend jaar. Dan profiteren uw kinderen maximaal van de vrijstellingen.

Spaar-BV
U betaalt over uw spaargeld en beleggingen een bepaald percentage aan belasting. Dat staat los van het rendement dat u ermee behaalt. In een spaar-BV betaalt u echter belasting over het werkelijk behaalde rendement. Dus als u vanwege de lage spaarrente nauwelijks rendement maakt, betaalt u ook nauwelijks belasting. Een spaar-BV brengt wel kosten met zich mee en is daarom alleen interessant voor de wat grotere vermogens.

Giften
U mag giften aan goede doelen aftrekken van uw inkomen. U betaalt dan minder belasting. Normaal gesproken zijn giften alleen aftrekbaar boven de één procent van uw verzamelinkomen. Maar als u gedurende minimaal vijf jaar aan een bepaald doel doneert, zijn deze giften volledig aftrekbaar. U moet wel aan bepaalde voorwaarden voldoen en het moet gaan om een door de Belastingdienst goedgekeurd goed doel, een zogeheten Anbi.

Lijfrente
Door nog dit jaar extra geld op een lijfrenterekening te zetten, heeft u op twee vlakken belastingvoordeel: u heeft een extra aftrekpost zodat u over uw salaris of ondernemingswinst minder belasting betaalt en het geld valt volgend jaar niet in box 3. Bereken wel eerst de jaarruimte, die aangeeft hoeveel u dit jaar mag aftrekken.

Hypotheek
Door af te lossen op uw hypotheek slaat u twee vliegen in een klap: uw hypotheeklasten gaan omlaag en u vermindert uw belastbare vermogen op 1 januari. Aandachtspunt is wel of u nog wel op tijd bent: bij veel banken kunt u alleen rond de eerste van de maand aflossen. Als u later in de maand wilt aflossen, wordt het geld dan pas de volgende maand gebruikt om op de hypotheek af te lossen.

Hoewel sommige van deze manieren om belasting te besparen makkelijk zelf zijn uit te voeren, loont het vaak om advies te vragen aan een gecertificeerd financieel planner FFP. Niet alleen om de eventuele gevolgen ervan door te rekenen; hij of zij kent nog meer manieren waarmee belasting kan worden bespaard door optimaal om te gaan met de fiscale regels en vrijstellingen. U verdient de kosten van een financieel adviseur meestal ruimschoots terug.

Beleggen in wijn, munten en vakantiehuizen: is dat interessant?

Datum: 28-11-2017

Bij beleggen denkt u waarschijnlijk aan aandelen en obligaties. Maar er zijn meer, en leukere, manieren om rendement te maken. Maar let op de risico’s.
Nu de beurskoersen tot grote hoogtes zijn gestegen en de spaarrente vrijwel nul is, is er steeds meer belangstelling voor beleggen in recreatiewoningen, wijn, goud, zeldzame whisky, crowdfunding, vastgoedobligaties en -cv’s. Is het verstandig om daar geld in te steken? Waar moet u op letten? En hoe zit het fiscaal?

Om met dat laatste te beginnen: in principe vallen beleggingen in box 3 en betaalt u er vermogensrendementsheffing over. Maar munten, wijn, kunst, oude auto’s en dergelijke kunnen zijn vrijgesteld van belasting als ze voor persoonlijk gebruik worden aangehouden en niet als belegging. Soms valt een vastgoed- of een film-cv* in box 1.

Wat veel particulieren aanspreekt in beleggingen als antiek, een vakantiehuis en crowdfunding is dat ze tastbaarder zijn dan beursgenoteerde, grote en anonieme bedrijven. In een recreatiewoning kunt u ook zelf vakantie houden, dure wijn of whisky kunt u opdrinken en het verzamelen van zeldzame munten of kunst kan niet alleen lucratief zijn, maar ook boeiend als hobby. En met crowdfunding helpt u het Nederlandse midden- en kleinbedrijf en start-ups aan kapitaal.

Maar beleggen in dit soort alternatieve beleggingen brengt ook risico’s met zich mee. Dan gaat het onder meer om de volgende risico’s:

Liquiditeit.
Beursgenoteerde aandelen, obligaties en beleggingsfondsen kun u dagelijks aan- en verkopen. Een vakantiehuis of een schilderij is minder makkelijk op elk moment te verkopen. Bovendien kunt u niet een stukje van uw vakantiehuis verkopen. Ook bij crowdfunding en veel andere alternatieve beleggingen is het meestal niet mogelijk om te verkopen als u dat wilt.

Enthousiasme.
Bij een vakantiehuis, een schilderij of bij crowdfunding speelt gevoelswaarde meer een rol dan bij beursgenoteerde fondsen. Dat is juist de aantrekkingskracht van zulke beleggingen. De keerzijde is dat u zich als particuliere investeerder in uw enthousiasme laat meeslepen en de realiteitszin uit het oog verliest. Dat maakt goed advies nog meer dan bij “gewone” beleggingen noodzakelijk.

Geen toezicht.
Op de handel in beursgenoteerde beleggingen houdt de AFM toezicht. Zij zorgt er voor dat de handel eerlijk verloopt. Bij recreatiewoningen, munten, whisky, kunst en vastgoedobligaties is dat toezicht er meestal niet. Het is daarom niet altijd meteen duidelijk wat u precies koopt. Bij crowdfunding is er inmiddels enige mate van toezicht. Dat er geen toezicht is, betekent niet bij voorbaat dat het geen goede belegging is. Maar wel dat het zaak is extra kritisch te zijn of u te laten adviseren door een onafhankelijk adviseur.

Spreiding.
Beleggingsfondsen en indextrackers (ETF’s) investeren in vaak honderden verschillende bedrijven en overheden. Daarmee is het risico breed gespreid. Als u een groot deel van uw geld in een vakantiehuis steekt of in slechts enkele leningen bij crowdfunding spreidt u het risico niet. De AFM adviseert om niet meer dan 10 procent van de beleggingen in crowdfunding te steken.

Waar vind ik advies?

Als u gaat beleggen, is het altijd belangrijk om vooraf een goede risicoanalyse te maken. Dat geldt in nog sterkere mate als u wilt beleggen in alternatieve beleggingen. Laat u daarom van tevoren goed voorlichten door een gecertificeerd financieel planner FFP. Hij of zij kan een zakelijke analyse maken van de risico’s en de potentiële opbrengsten.

*Meer informatie over een commanditaire vennootschap vindt u op de site van de Belastingdienst.

Beleggen als alternatief

Datum: 14-11-2017 In: Vermogensopbouw

De spaarrente blijft maar dalen. Boven de onlangs door het nieuwe kabinet verhoogde vrijstelling van € 30.000 per persoon betaalt u nu meer aan belasting op uw vermogen dan wat u aan rente krijgt. Hoewel de belasting op spaargeld en ander vermogen volgend jaar iets omlaag gaat, blijft de belasting vooralsnog hoger dan de spaarrente. Houdt u ook nog rekening met de inflatie, dan wordt uw vermogen nog verder uitgehold.

Met beleggen kunt u een hoger rendement behalen dan met sparen. Echter, u loopt wel risico.
Waar moet u op letten?

Spreiding

Het spreiden van uw beleggingen is cruciaal. Spreiding over verschillende beleggingscategorieën als aandelen en obligaties, over verschillende regio’s en over verschillende sectoren. Beleggingsfondsen of etf’s (dat is een soort indexfonds met lage kosten) zijn een prima manier om uw belegging over vaak honderden verschillende bedrijven te spreiden. Zo beperkt u het risico dat slechte resultaten of zelfs het faillissement van enkele bedrijven het resultaat van uw beleggingen sterk beïnvloeden. Het is goed om u hierover te laten adviseren.

Marktrisico

De koersen van beleggingen kunnen flink en onvoorspelbaar schommelen. Daarom is het verstandig alleen te beleggen met geld dat u voor langere tijd kunt missen. Wat ˜langere tijd” is, hangt af van uw persoonlijke financiële situatie. Verwacht u de komende tijd geld over te houden of voorziet u juist tekorten? En op welke termijn heeft u het belegde vermogen weer nodig? Het besluit te gaan beleggen staat niet los, maar zou een integraal onderdeel moeten zijn van uw brede financiële planning.

Risicoprofiel

Uw risicoprofiel is de hoeveelheid risico die bij u past. Dit is niet alleen afhankelijk van uw persoonlijke financiële planning, zoals hierboven geschetst, maar ook van uw houding tegenover risico. Voorbeeld. Als u naar verwachting de komende 15 tot 20 jaar het belegde geld niet nodig heeft, kunt u in principe veel risico hebben. U heeft de tijd om een periode van lage beurskoersen ˜uit te zitten”. Maar als u daardoor slecht slaapt, kunt u beter niet al te veel risico nemen.

Beleggingsmix

De meeste particulieren beleggen in een mix van aandelen en obligaties. Uit tal van onderzoeken blijkt dat 80 procent van de beleggingsresultaten wordt bepaald door deze mix van risicovolle aandelen en ˜veiliger” obligaties. Alle andere factoren die het beleggingsresultaat kunnen beïnvloeden, zoals de keuze voor een bepaalde bank of vermogensbeheerder of voor een bepaalde regio, bepalen samen de resterende 20 procent. Het bepalen van deze beleggingsmix is dus cruciaal. Welke mix bij u past, hangt af van uw risicoprofiel. Vindt u het moeilijk om dit zelf vast te stellen, dan is het raadzaam om advies te vragen.

Belastingen

In principe worden beleggingen belast in box 3. U betaalt er vermogensrendementsheffing over. In sommige gevallen kan het de moeite waard zijn een beleggings-BV op te richten.

Als u wilt beleggen, is het verstandig om dit planmatig aan te pakken en u goed te laten adviseren. Dit is immers complexe materie, die veel invloed op uw financiën kan hebben. U gaat beleggen voor langere tijd en niet voor een paar jaar. Neem voor gericht advies contact op met een gecertificeerd financieel planner FFP. Hij of zij kan u helpen met het maken van een plan voor vermogensopbouw dat past bij uw persoonlijke financiële situatie.

 

Bent u een risicogroep?

Datum: 31-10-2017 In: Pensioen

Een op de drie Nederlanders bouwt te weinig pensioen op om na hun pensionering het leven te kunnen leiden waarmee zij tevreden zijn. Dat betekent dat veel mensen hun levensstijl na hun pensionering zullen moeten aanpassen. Sommige groepen zijn hierbij oververtegenwoordigd. Tijdens de Pensioen3daagse, die wordt gehouden van 31 oktober tot en met 2 november, is er speciale aandacht voor deze risicogroepen. Risicogroepen zijn onder meer:

  • Mensen die zijn gescheiden.
  • Zelfstandig ondernemers en zzp’ers.
  • 35- tot 40-jarigen.
  • Arbeidsongeschikten.
  • Werkenden met een tijdelijk contract.

Dat bepaalde risicogroepen vaker dan gemiddeld een pensioentekort hebben, is twee jaar geleden uitgebreid onderzocht door de financiële toezichthouder AFM. De conclusie: van de risicogroepen heeft gemiddeld de helft een pensioentekort. Bij gescheiden mannen is dat 38 procent, bij flexwerkers 46 procent en bij zelfstandigen 58 procent.

Een iets gunstiger beeld ontstaat als naast AOW, pensioen en lijfrente ook rekening wordt gehouden met spaargeld, beleggingen en de overwaarde van de eigen woning. Dit zijn immers ook voorzieningen die voor de oude dag kunnen worden gebruikt, al moet de eigen woning dan misschien wel worden verkocht. Van de risicogroepen heeft dan 30 tot 35 procent op de oude dag een tekort.

De reden waarom veel mensen het probleem van een dreigend pensioentekort onderschatten, is tweeledig.

  1. Pensioen is ingewikkeld. Dat geldt voor werkgeverspensioen, maar ook de regels van een lijfrente, waarmee zelfstandigen meestal pensioen opbouwen, worden vaak als behoorlijk complex ervaren. Bovendien veranderen de regels regelmatig.
  2. Psychologische factoren als uitstelgedrag en onderschatting van het probleem.

Het onderschatten van het pensioen kan op termijn ingrijpende gevolgen hebben. Zeker omdat de lasten van veel ouderen zullen toenemen. Denk aan zorgkosten en de eigen bijdrage voor de langdurige zorg. Een risicofactor waar minder vaak aan wordt gedacht, is het feit dat de hypotheekrente voor veel mensen vanaf 2031 niet langer aftrekbaar is. Verder houden huizenbezitters met een aflossingsvrije hypotheek er vaak geen rekening mee dat zij op de einddatum van de lening hun hypotheek zullen moeten aflossen. Wellicht kunnen zij de looptijd verlengen, maar het staat niet bij voorbaat vast dat de bank dit toestaat.

Wilt u weten hoe uw pensioen er voor staat? Ga dan naar de website van de Pensioen3daagse en check uw pensioen. Als u wilt laten doorrekenen of u na uw pensioendatum nog uitkomt, kunt u een gecertificeerd financieel planner FFP raadplegen. Hij of zij kan voor u berekenen of u op koers ligt. Is dat niet het geval, dan kunt u met hem of haar bespreken hoe u ervoor kunt zorgen de beoogde doelen alsnog te behalen.

Pensioenleeftijd in 2018 naar 68 jaar

Datum: 17-10-2017 In: Pensioen

De pensioenleeftijd gaat volgend jaar van 67 naar 68 jaar. Wat betekent dat voor u?

Op 1 januari 2018 gaat de wettelijke pensioenleeftijd naar 68 jaar. Dat betekent dat de pensioenopbouw, dat is het bedrag dat jaarlijks voor uw pensioen opzij wordt gezet, er vanuit gaat dat u op uw 68ste met pensioen gaat. Momenteel is de wettelijke pensioenleeftijd 67 jaar. Wat betekent de verhoging naar 68 jaar wel en wat betekent het niet?

Verhoging naar 68 jaar betekent dat er in principe minder pensioenpremie opzij wordt gezet. De uitkeringsduur is immers korter. Omdat de pensioenpremie meestal gedeeltelijk door de werkgever en gedeeltelijk door de werknemer wordt betaald, houdt u waarschijnlijk netto meer van uw salaris over. Tegelijkertijd gaat u er op achteruit, omdat ook uw werkgever minder pensioenpremie afdraagt en u uiteindelijk gewoon minder pensioen krijgt.

Verschillende pensioenpotjes
Tot 2014 was de wettelijke pensioenleeftijd nog 65 jaar. Dat betekent dat de meeste werknemers vanaf volgend jaar drie pensioenpotjes hebben, die vanaf 65, 67 en 68 jaar beginnen met uitkeren. Dat betekent niet dat u ook drie verschillende data heeft waarop u met pensioen moet gaan. U kunt bij bijna alle pensioenregelingen kiezen om deze potjes samen te voegen en op één bepaalde datum met pensioen te gaan. Als u bijvoorbeeld kiest voor 67 jaar worden de twee andere pensioenen herrekend naar deze leeftijd. Het pensioen dat voor 2014 is opgebouwd en dat uitgaat van een pensioenleeftijd van 65 jaar zal hoger uitvallen als het pas op uw 67ste ingaat. Het pensioen dat uitgaat van een pensioenleeftijd van 68 jaar zal lager uitvallen als het al op uw 67ste ingaat.

Het is zaak om goed in de gaten te houden wanneer de pensioenen beginnen. Als u voor 2014 pensioen heeft opgebouwd, zal dit pensioen in principe vanaf uw 65ste worden uitgekeerd. Maar als u op uw 65ste nog aan het werk bent, zit u misschien helemaal niet te wachten op extra pensioeninkomen. Als u het later laat ingaan, krijgt u een hogere maandelijkse uitkering. Bovendien zijn de belastingtarieven voor uw AOW-leeftijd hoger dan erna. Het kan, afhankelijk van uw persoonlijke situatie, verstandig zijn om het pensioen uit te stellen tot u geheel of gedeeltelijk stopt met werken.

AOW
De AOW-leeftijd loopt niet parallel met de wettelijke pensioenleeftijd. Dat kan een probleem zijn als u stopt met werken zodra u voor het eerst AOW krijgt. U kunt dit ondervangen door voor de officiële pensioendatum met pensioen te gaan. U krijgt dan uiteraard een lager pensioen.

Overigens zijn werkgevers niet verplicht om de pensioenleeftijd te verhogen naar 68 jaar. Doen zij dat niet, dan mag jaarlijks minder pensioen worden opgebouwd. De wet gaat er immers vanuit dat u pas op uw 68ste met pensioen gaat.

De verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd heeft nogal wat haken en ogen. Het is belangrijk om de verschillende pensioenen in samenhang te bekijken. De meeste pensioenregelingen zijn behoorlijk flexibel; meestal kunt u de ingangsdatum vervroegen of uitstellen. Of kiezen voor een hoger pensioen in de eerste jaren en een lager pensioen erna. Wat voor u de beste keuze is, hangt af van uw persoonlijke wensen, maar ook van de fiscale regels en van uw pensioenregeling. Een gecertificeerd financieel planner FFP kan u hierbij goed van dienst zijn.

Wat verandert er in 2018 voor u?

Wat verandert er in 2018 voor u?

Datum: 03-10-2017 In: Vermogensopbouw

De belasting op spaargeld gaat omlaag en de AOW-leeftijd neemt verder toe. Wat gaat er voor u volgend jaar veranderen op belastinggebied? Onlangs presenteerde het demissionaire kabinet het Belastingplan 2018. Wat verandert er voor u en moet u actie ondernemen?

  • De belasting op vermogen, de vermogensrendementsheffing, gaat iets omlaag. Vermogens tot een ton worden boven de vrijstelling van € 25.000 per persoon belast met 0,80% belasting. Dat was 0,86%. Let wel: het gaat om het vermogen op 1 januari 2018. Daarover wordt belasting geheven als u de aanslag over 2018 krijgt. Dat is in de loop van 2019. Zie verder onderstaande tabel.

Vermogen                                                       2018                2017

0  – € 25.000                                                       –                       –

€ 25.000 –  € 100.000                                      0,80%              0,86% 

€ 100.000 – € 1.000.000                                  1,36%              1,38%

Meer dan € 1.000.000                                     1,61%              1,62% 

 

  • Inkeerregeling afgeschaft. Vanaf 2018 wordt u niet langer ontzien als u verzwegen vermogen of inkomsten alsnog aangeeft. Als u binnen 2 jaar na de onjuiste aangifte het verzwegen bedrag alsnog aangeeft, legt de Belastingdienst nu nog een ‘matige’ boete op van 120% van de te weinig betaalde belasting. Uiteraard moet u ook deze belasting zelf plus de eventuele belastingrente betalen. Wacht u met aangeven tot volgend jaar, dan loopt de boete op tot 300%. Deze boete geldt niet alleen voor zwartspaarders, maar ook voor verzwegen inkomsten uit werk en niet aangegeven erfenissen.
  • Verhoging AOW-leeftijd. In 2018 wordt de AOW-leeftijd verhoogd naar 66 jaar. Nu nog is dat 65 jaar en 9 maanden. Als u stopt met werken voor uw 66ste heeft u tijdelijk geen of een lager inkomen. Weet u al hoe u deze periode kunt overbruggen?
  • Afschaffing scholingsaftrek in 2019. Aanvankelijk zou deze aftrekpost al volgend jaar worden afgeschaft, maar u kunt nog in 2018 profiteren van deze aftrekpost. Scholings- en opleidingskosten zijn aftrekbaar boven de € 250. Alleen een studie of opleiding die u nodig heeft voor uw huidige of toekomstige beroep zijn aftrekbaar. De kosten van een hobbycursus zijn dus niet aftrekbaar.
  • Belastingvoordeel aandelenopties. Werknemers van innovatieve start-ups krijgen vanaf volgend jaar een belastingkorting op het voordeel dat zij behalen met aandelenopties. Nu nog wordt de – vaak papieren – winst die wordt behaald met opties op aandelen van de werkgever volledig belast met inkomstenbelasting. Vanaf 2018 wordt maar 75 procent van deze winst belast. Alleen werknemers van bedrijven met een S&O-verklaring (S&O staat voor Speur- en Ontwikkelingswerk) komen voor deze korting in aanmerking.
  • Tariefvoordeel BV. De eerste schijf van de vennootschapsbelasting wordt verlengd. Nu nog betalen BV’s over winsten tot € 200.000 een tarief van 20 procent en daarboven 25 procent. Vanaf 2018 loopt de eerste schijf door tot € 250.000

Wilt u weten of u de belasting op vermogen kunt verminderen? Of hoe u de periode tussen werk en AOW kunt overbruggen? Een gecertificeerd financieel planner met het FFP-keurmerk denkt graag met u mee.

Trouwen in 2018? Houd een goede administratie bij.

Datum: 19-09-2017 In: Relatie

Vanaf 2018 veranderen de wettelijke regels als u gaat trouwen. Het bijhouden van een goede financiële administratie wordt veel belangrijker. Hoe doet u dat?

In 2018 veranderen de wettelijke regels met betrekking tot het huwelijk. Wij schreven daar eerder al over. Als u geen huwelijkse voorwaarden laat opmaken, trouwt u vanaf volgend jaar niet langer in algehele gemeenschap van goederen. In plaats daarvan ontstaat een zogeheten “beperkte gemeenschap van goederen”. Een gevolg daarvan is dat alle bezittingen die u voor het huwelijk bezat, buiten de huwelijksgemeenschap vallen en dus privé-vermogen blijven.

Dit betekent concreet dat het belangrijk is om een goede administratie van uw bezittingen bij te houden. Onder de nieuwe regels ontstaan er namelijk drie vermogens: het gemeenschappelijk vermogen dat is opgebouwd sinds u bent getrouwd en de twee vermogens die er waren voor u ging trouwen. Als u deze drie vermogens niet goed administreert, loopt u een groot risico bij een eventuele scheiding of overlijden.

 

Hoe werkt dat, het administreren van uw vermogen?

In de eerste plaats is het zaak om voor u gaat trouwen een overzicht te maken van uw privé-vermogen. U maakt dan in bijvoorbeeld een Excel-bestand een overzicht van uw bezittingen. Daaronder vallen zaken als een woning, bankrekeningen en beleggingen, maar ook bijvoorbeeld een auto en schulden.

Om de vermogens ook na het huwelijk gescheiden te houden, is het zaak om elk jaar opnieuw vast te stellen wat de vermogens zijn. Immers, in de praktijk blijven deze drie vermogens vaak niet gescheiden. Zelfs niet als u voor de drie vermogens drie aparte bankrekeningen aanhoudt.

Stel dat u na uw huwelijk samen een huis heeft gekocht en stel dat u vanuit uw privé-vermogen een bedrag van € 25.000 heeft gebruikt voor de aflossing van de hypotheek. In principe krijgt u door deze aflossing een vordering van             € 25.000 op de “beperkte gemeenschap van goederen”. Als het huwelijk wordt beëindigd, moet deze vordering van € 25.000 door de huwelijksgemeenschap aan u worden terugbetaald. Maar als u deze aflossing niet heeft geadministreerd, kunt u dat niet bewijzen. U loopt dan het risico dat de vordering nimmer wordt terugbetaald.

Een voor de hand liggend moment om de jaarlijkse administratie op te maken, is nadat u uw jaarlijkse belastingaangifte heeft ingevuld. U hoeft het overzicht niet notarieel te laten vastleggen. Wel verdient het de voorkeur de jaarlijkse vermogensoverzichten beiden te ondertekenen en een kopie op een veilige plek te bewaren, bijvoorbeeld in de cloud.

Als u van plan bent om in 2018 te gaan trouwen en u wilt weten hoe u het beste een administratie kunt bijhouden, kan een gecertificeerd financieel planner met het FFP-keurmerk u adviseren.

Renteaftrek restschuld afgeschaft

Datum: 04-09-2017 In: Wonen

De restschuldregeling wordt eind van het jaar afgeschaft. Als u een huis heeft dat onder water staat, kan het lonen om nog in 2017 actie te ondernemen. De regeling waarbij de hypotheekrente die u betaalt over een restschuld nog 15 jaar aftrekbaar is, wordt eind van dit jaar afgeschaft. Dat maakte staatssecretaris Wiebes onlangs bekend.

Voorbeeld. U heeft uw huis destijds gekocht voor € 280.000. U heeft daarvoor een hypotheek afgesloten van eveneens € 280.000. Als u uw huis dit jaar verkoopt voor                € 250.000 heeft u € 30.000 te weinig om de hypotheek helemaal af te lossen. Deze € 30.000 noemen we de restschuld. U mag de rente over deze restschuld nog 15 jaar, dus in dit voorbeeld tot en met 2032, aftrekken. Daarna valt de nog niet afgeloste restschuld in box 3. Dat betekent dat de rente dan niet langer aftrekbaar is. Wel mag u dan de schuld aftrekken van uw bezittingen in box 3, zoals spaargeld en beleggingen. Daarmee vermindert u het belastbare vermogen en betaalt u minder vermogensrendementsheffing.

Als u uw huis pas in 2018 verkoopt en de restschuld dus na 2017 ontstaat, is de rente over de restschuld niet langer aftrekbaar. Dan valt de restschuld meteen in box 3.

Aan de restschuldregeling zitten nog wel wat haken en ogen. Zo telt alleen de restschuld die is gebruikt voor de aankoop of verbouwing van uw huis mee. Als u een deel van de hypotheek heeft gebruikt voor de aankoop van een tweede huis of een auto, dan is de rente over dat deel niet aftrekbaar. Dat is nu al niet het geval en dus ook niet als dit deel na de verkoop van uw huis overblijft als restschuld. Ook als u uw huis niet verkoopt, maar het gaat verhuren of het aanhoudt als tweede woning, kan in fiscaal opzicht een restschuld ontstaan.

Heeft u een huis dat onder water staat en overweegt u in de nabije toekomst te verhuizen? Dan kan het de moeite waard zijn te bekijken wat het betekent als u uw huis nog voor het einde van het jaar verkoopt. Een gecertificeerd financieel planner met het FFP-keurmerk kan u daarbij helpen door verschillende scenario’s door te rekenen en de voor- en nadelen van de alternatieven op een rij te zetten.

FEBRUARI + MAART 2016

BELASTINGBILJET INVULLEN EN MEER…..

Het is weer zover. De jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting dient ingevuld te worden. Verstappen Financieel Advies kan dit en meer voor u regelen en u geld opleveren c.q. u achteraf vervelende zaken besparen. Totaaladvies op maat.

-wist u dat bij geen schuld, u geen bijtelling huurwaardeforfait m.b.t. uw woning hebt.                                                                                                                                            -wist u dat u veel geld laat liggen als u de toeslagen zoals zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag, huurtoeslag niet goed toepast.
-wist u dat studiekosten die niet vergoed worden door uw werkgever, maar wel te maken hebben met de uitoefening van uw beroep, gedeeltelijk aftrekbaar zijn.
-wist u dat middeling van een wisselend inkomen voordeel kan opleveren                                                                                                                                                                          -wist u dat middels invulling van de aangifte en analyse van de gegevens door mij vaak grote voordelen te behalen zijn:

* denk aan rendement op spaargelden

* denk aan wel of niet oversluiten van de hypotheek

* denk aan vaak te dure overlijdensrisicoverzekeringen

Kortom: heel veel zaken waar u aan kunt of moet denken. Laat u daarom adviseren en uw aangifte inkomstenbelasting invullen door een adviseur met verstand van zaken.

Leuker kan ik het niet maken, wel dat u er wijzer van wordt.

Bent u geïnteresseerd, maak dan een afspraak.

Verstappen Financieel Advies

Peter Verstappen FFP MFP

06-28579333         

info@verstappenfinancieeladvies.nl

Besteedbaar inkomen meer omhoog dan blijkt uit loonstrookje

19 januari 2016

Het Nibud ziet voor het eerst sinds jaren dat veel huishoudens per maand meer overhouden dan het loonstrookje doet vermoeden. Dit komt door de stijging van de zorgtoeslag, een verhoging van de inkomensafhankelijke combinatiekorting en de verhoging van het kind gebonden budget en de kinderbijslag.

Hoe zit dat bij u? Mocht u hier meer over willen weten neem dan contact op met Verstappen Financieel Advies. Hieronder volgen enkele voorbeeldberekeningen m.b.t. de koopkrachtontwikkeling over 2016.

Voorbeeldberekeningen koopkrachtontwikkeling 2016:

1. Alleenstaande ouder, 1 kind tussen de 0 en 12 (alleenverdiener, bruto jaarinkomen € 20.000) + € 95
2. Paar, 2 kinderen tussen de 0 en 12 (alleenverdiener, bruto jaarinkomen € 35.000) + € 66
3. Paar, 2 kinderen tussen de 0 en 12 (tweeverdieners, bruto jaarinkomens € 30.000 en € 15.000) + € 133
4. Paar (tweeverdieners, bruto jaarinkomens € 50.000 en € 35.000). + € 75
5. Paar 65+ (bruto jaarinkomens 2 x AOW + € 0 pensioen) + € 15

December 2015:

Komt uw koopsompolis of lijfrenteverzekering binnenkort vrij? Laat u dan onafhankelijk en transparant adviseren.

 – wist u dat afhankelijk van de ingangsdatum, u het kapitaal uit uw koopsompolis/lijfrenteverzekering kunt laten uitkeren aan uw kinderen als zij studeren en waarbij u (vrijwel) geen belasting hoeft te betalen!

– wist u dat afhankelijk van de ingangsdatum u het kapitaal uit uw koopsompolis/lijfrenteverzekering kunt gebruiken als overbrugging tussen uw bijv. 60e verjaardag en uw AOW gerechtigde leeftijd!

– wist u dat u het kapitaal uit uw koopsompolis/lijfrenteverzekering kunt verlengen bij een andere verzekeraar c.q. bank dan waar nu uw koopsompolis/lijfrenteverzekering loopt!

– wist u dat u via execution only ook veel kosten(enkele honderden euro’s) kunt besparen,vaak per polis!

– wist u dat een second opinion u meestal geld bespaart!

Kortom: Heel veel mogelijkheden.

Laat u daarom adviseren door een adviseur die onafhankelijk is en niet werkt voor een bank of verzekeraar. ZO KRIJGT U DAADWERKELIJK ONAFHANKELIJK,TRANSPARANT EN BETAALBAAR ADVIES.

Maak geheel vrijblijvend een afspraak met mij

November 2015:

60% van de Nederlanders weet niet of hij na pensionering kan rondkomen

Portrait of happy senior couple in winter season

Vier op de tien Nederlanders hebben wel een goed beeld van hoe de financiën er na pensionering uit zien. 20% van de Nederlanders heeft totaal geen interesse in zijn financiën na pensionering. En 40% is nog van plan om de financiën voor later op een rij te zetten. Dit blijkt uit het Nibud-onderzoek ‘De Nederlanders en hun pensioen’ d.d. 16-10-2015.

Hoe zit dat bij u?

Wilt u een keer hierover van gedachten wisselen, neem dan contact op met Peter Verstappen van Verstappen Financieel Advies.